In geval van explosies is ca. 49% van de arbeidsongevallen uit het verleden, te herleiden naar werkzaamheden, zoals het gebruik van een ontstekingsbron en heetwerk. Het is dan ook niet vreemd dat op 1 februari 2020 de eisen voor het gebruik van apparaten en beveiligingssystemen binnen explosie gevaarlijke zones zijn aangepast, aldus Gerdian Jansen, Managing Partner bij EFPC N.V.
In dit artikel neemt Jansen ons mee wat deze wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit (afgekort ARBO-besluit) inhoudelijk betekent en welke gevolgen dit heeft voor uw werkwijze.
Wat zijn ATEX-zones en de bijbehorende apparatuur?
ATEX-zones zijn gevaarlijke gebieden waar explosiegevaar kan optreden door de aanwezigheid van gas of stof. De zones zijn onderverdeeld in drie categorieën voor gasexplosiegevaar:
- Zone 0: Explosieve atmosfeer is continu of langdurig aanwezig.
- Zone 1: Explosieve atmosfeer kan onder normale omstandigheden af en toe voorkomen.
- Zone 2: Explosieve atmosfeer is onder normale omstandigheden zeldzaam en van korte duur, vaak bij storingen.
In welke zone ATEX een gebied valt, hangt af van de frequentie en de duur van de aanwezigheid van een explosieve atmosfeer. Hoe groter het risico, hoe lager het nummer. Apparatuur die in deze zones wordt gebruikt, moet voldoen aan strikte veiligheidseisen om te voorkomen dat een ontstekingsbron een explosie veroorzaakt.
Verandering in wetgeving voor gebruik van mobiele apparatuur in ATEX-zones
Sinds februari 2020 is het gebruik van apparaten en beveiligingssystemen in explosiegevaarlijke gebieden verder aangescherpt in het ARBO-besluit. Vooral voor zone 1 en zone 2 zijn de regels strenger geworden. Voorheen werd vaak gebruik gemaakt van niet-explosieveilige apparatuur in combinatie met een LEL-meter om explosieve atmosferen te detecteren. Als de LEL-meter minder dan 10% aangaf, werd ervan uitgegaan dat er veilig gewerkt kon worden.
De nieuwe regelgeving stelt nu dat in zone 2 altijd minimaal met categorie 3 apparatuur gewerkt moet worden. Niet-explosieveilige apparatuur mag niet meer gebruikt worden, zelfs niet met een LEL-meter. Dit vormt een uitdaging voor bedrijven omdat niet alle mobiele apparaten in een explosieveilige variant beschikbaar zijn.
Uitdagingen voor fabrikanten van ex-apparatuur
Fabrikanten staan voor de uitdaging om explosieveilige versies van mobiele apparatuur te ontwikkelen. Dit kan echter tijdrovend zijn en niet altijd mogelijk, afhankelijk van het beoogde gebruik. De veiligheid van apparaten moet worden afgestemd op de werkomstandigheden die redelijkerwijs te voorzien zijn. In sommige gevallen kunnen bepaalde apparaten nooit volledig voldoen aan de ATEX 153 richtlijn.
Toezicht door Inspectie SZW en uitzonderingen voor zone 2
In sommige gevallen staat Inspectie SZW toe dat bedrijven onder strikte voorwaarden afwijken van de wet bij het gebruik van mobiele apparatuur in zone 2. Dit geldt echter alleen wanneer er geen explosieveilige apparaten beschikbaar zijn en het stilleggen van installaties voor extra risico’s zorgt. Uitzonderingen worden streng gecontroleerd en gelden alleen voor een beperkte periode totdat een explosieveilige oplossing beschikbaar is.
Praktische gevolgen voor bedrijven in ATEX-zones
Bedrijven moeten zich aan de arbeidshygiënische strategie houden bij werkzaamheden in ATEX-zones. Dit betekent dat er altijd moet worden gekeken of het werk buiten de gevarenzone kan plaatsvinden of dat een alternatief explosieveilig apparaat kan worden ingezet. Wanneer een alternatieve werkwijze mogelijk is, moet deze worden toegepast.
Voorbeelden van veilige werkwijzen in ATEX-zones
- Verladen van tankauto’s: Tijdens de verlading is het gebied rondom een tankauto een gevarenzone. Na het voltooien van de verlading wordt de zone kleiner, waardoor het mogelijk wordt om werkzaamheden veilig buiten deze zone uit te voeren.
- Las- en slijpwerkzaamheden: Dit soort werkzaamheden zijn nooit toegestaan in een gevarenzone. Wanneer het werk niet naar een veilige zone kan worden verplaatst, kan een ‘safe habitat’, zoals een overdruktent, een veilige werkplek bieden.
Nieuwe ontwikkelingen: NTA 9714
Een werkgroep werkt momenteel aan de ontwikkeling van NTA 9714, een technische afspraak die bedrijven helpt te voldoen aan de nieuwe wetgeving voor ATEX-zones. Dit document zal een duidelijke leidraad bieden voor de afwegingen die bedrijven moeten maken en de analyses die moeten worden uitgevoerd om aan de regelgeving te voldoen.
Conclusie
De nieuwe wetgeving rondom het gebruik van mobiele apparatuur in ATEX-zones stelt strengere eisen aan de veiligheid. Hoewel dit meer maatregelen en kosten met zich meebrengt, is de veiligheid van werknemers en installaties altijd de hoogste prioriteit. Door te investeren in explosieveilige apparatuur en veilige werkwijzen, kunnen bedrijven risico’s minimaliseren en voldoen aan de wettelijke vereisten.
Gerdian Jansen is spreker op het BRZO-congres op 4 november 2021 en zal dieper op dit onderwerp ingaan.
Bron: Nationaal Congres BRZO