In een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is de Staat van de Veiligheid majeure Brzo-bedrijven 2018 aangeboden.

In deze brief is aangegeven dat de staatssecretaris van SZW heeft besloten tot een intensivering van het toezicht door Inspectie SZW om betere naleving van de wetgeving te bevorderen.

De bevindingen uit de Staat van de Veiligheid Brzo-bedrijven 2018 geven aanleiding om extra aandacht te besteden aan bepaalde branches binnen Brzo-bedrijven en specifieke onderwerpen, zoals explosieveiligheid. In 2019 is ook het vervolgproject van Brzo-toezichthouders op veroudering (“aging”) gestart. Ook aan veroudering van elektrische installaties binnen gebieden met explosiegevaar wordt extra aandacht besteed.
De extra aandacht vindt zowel plaats in het toezicht als door gerichte communicatie om de bewustwording te vergroten.

Bevindingen Brzo-inspecties 2018

In Nederland waren in 2018, 396 Brzo-bedrijven actief. Het aantal is ongeveer
gelijk gebleven aan het aantal bedrijven in 2017. Er is wel een lichte verschuiving
te zien van het aantal lage-drempelbedrijven naar de groep hoge-
drempelbedrijven.

In 2018 is, net als in de afgelopen jaren, het onderwerp controle op de exploitatie (VBS-iii) het meest beoordeeld. Op dit veelomvattende onderwerp zijn ook de meeste overtredingen geconstateerd. In relatie tot het aantal beoordelingen zijn de meeste overtredingen geconstateerd op de onderwerpen ATEX (explosieveiligheid) en Maatregelen. Op deze onderwerpen zijn per beoordeling meerdere overtredingen geconstateerd.

Verhoudingsgewijs zijn de meeste overtredingen geconstateerd in de branches metaal, fijnchemie, afval en bulkchemie.

In incidentenanalyse van 326 incidenten, die sinds 2003 door Inspectie SZW zijn onderzocht, zijn verschillende overeenkomsten te zien. Kenmerken incidenten:

  • De slachtoffers waren voornamelijk procesoperators en onderhoudsmedewerkers die giftige of schadelijke stoffen hebben ingeademd of chemische of thermische brandwonden kregen.
  • De incidenten gebeurden vooral in onderdelen van procesinstallaties of vanwege transport/verlading. Bij 71% van de incidenten kwamen gevaarlijke stoffen vrij zonder brand of explosie. Bij 28% van de incidenten was sprake van brand of explosie.
  • 56% van alle incidenten en 49% van alle slachtoffers zijn het gevolg van fouten bij menselijke handelingen en/of materiaalverzwakking. Net als bij het aantal zware overtredingen, is ook hier explosieveiligheid (ATEX) een aandachtspunt. Dit valt onder het beleidsterrein van de staatssecretaris van SZW die aan Inspectie SZW heeft gevraagd om hier een inspectieproject over op te zetten.
  • De meeste slachtoffers vielen bij incidenten met chloor en zoutzuur. Deze stoffen zijn samen met waterstof het vaakst betrokken bij een incident. Gezien de mogelijke toekomstige plannen met waterstof, is dit een aandachtspunt. Daarnaast zijn de afgelopen jaren enkele incidenten geweest door problemen met de elektriciteit- en noodstroomvoorziening. De Minister zal het BRZO+ vragen om tijdens de uitvoering van het Brzo-toezicht bij bedrijven, waar deze onderwerpen spelen, extra aandacht aan beide punten te besteden.

Verder blijkt uit deze meerjarige analyse dat bij 60% van de incidenten, het voorval rustte op tekortkomingen in twee pijlers: de veilige procesbeheersing en het tijdig en adequaat herstel van afwijkingen. Het versterken van deze twee pijlers levert dus relatief veel veiligheidswinst op. Goed zicht van bedrijven op mogelijke afwijkingen buiten de operationele grenzen is daar onderdeel van. De analyse laat ook zien dat tijdens de incidenten vooral de controle op de exploitatie (onderdeel van het veiligheidsbeheerssysteem) faalde. Dat betekent dat de gevaren en risico’s in principe bekend waren, maar dat de vertaling naar goed functionerende maatregelen in de praktijk, tekortschoot.

De volledige brief en bijlagen kunt u hier downloaden.

Voldoet uw bedrijf met betrekking tot explosieveiligheid aan de huidige wet- en regelgeving?

Neem vrijblijvend contact op voor een EVD-audit of meer informatie over explosieveiligheid.